De Zeekat (Sepia officinalis)

Deze bekendste inktvissensoort is een veelvoorkomend dier aan de Nederlandse en Belgische kust, vooral in de open wateren als de Noordzee en de Oosterschelde. Een sepia (Sepia officinalis) kan ongeveer 50 cm groot worden. De mannetjes worden niet ouder dan twee tot drie jaar. Het vrouwtje leeft zelfs maar één jaar. Sepia’s zijn echte nachtdieren die ’s nachts jagen op hun hoofdvoedsel, krabben en garnalen.

De sepia gaat op een heel bijzondere manier te werk bij het zoeken naar voedsel. Hij zwemt daarbij langzaam over de zeebodem, terwijl hij waterstraaltjes blaast over het zand in de hoop garnaaltjes te doen opschrikken. Om ze dan vervolgens, voor ze de kans hebben gekregen zich weer in te graven, met zijn twee vangarmen met een bliksemsnelle beweging te grijpen. Ze worden dan vervolgens naar de snavelachtige bek gebracht.

 

 

 

Een sepia heeft pigmentcellen in zijn huid zitten, waarmee hij van kleur kan veranderen en zijn uiterlijk aan de omgeving aan kan passen. Meestal gaan ze daarom goed op in de achtergrond, maar tijdens de paring veranderen ze snel van kleur, ze zijn vaak wit- of roodgekleurd als ze boos zijn. Een sepia heeft geen botten, alleen een interne skeletschelp. Deze schelp, bekend als zeeschuim of het knaagspeeltje in de kanariekooi, spoelt zeker in de zomer volop aan op de Nederlandse en Belgische stranden. In het voorjaar (als het water een temperatuur bereikt van circa 10-12 graden) trekken sepia’s massaal terug naar hun geboortegrond. Ze komen terug naar hun geboortegrond om daar te zoeken naar een partner voor de paring.

Na de paring blijft het (jaloerse) mannetje bij het vrouwtje om te voorkomen dat ze nog met andere mannetjes gaat paren. Daarnaast zorgt hij ervoor, dat zij haar eitjes veilig af kan zetten. Dit kan wel een volle dag duren. Om de eieren af te zetten worden vaak oude visnetten gebruikt, maar ook stokken en takken voldoen prima. De eieren zien eruit als druiventrossen. De eitjes zijn bijna zwart, dit komt doordat de kleurstof voor deze eitjes dezelfde is als waarmee ze zich trachten te verdedigen. Door middel van een “inkt”-wolkje proberen ze hun belagers af te leiden. Soms is bij de laatste leg de inkt op en kan je door de, nu transparante, eitjes de jonge sepiatjes al zien zitten. Na het afzetten van de eieren trekt het mannetje terug naar warmere wateren. De vrouwelijke sepia’s overlijden meestal. Het duurt dan nog ongeveer 8 weken voordat de jongen uit de eieren komen. Deze jongen zijn dan ongeveer 1 cm groot, maar al een exacte kopie van hun ouders en ze kunnen dus ook al inkt spugen en van kleur veranderen.

Het eerste wat de jongen doen als ze uit het ei komen, is een beschut plekje in het zand zoeken om zich in te graven. De jongen blijven nog enige tijd in de buurt van hun geboortegrond totdat ze wat groter zijn. Daarna vertrekken ze naar de Noordzee om verder op te groeien tot een fraaie, volwassen zeekat.